PDCA in de zorg

De PDCA-cyclus is een continue verbeteringsmethode die wordt gebruikt in veel sectoren, waaronder de zorg. De afkorting PDCA staat voor Plan, Do, Check, Act en de methode helpt organisaties om problemen te identificeren, verbeteringen door te voeren en de resultaten te monitoren en bij te sturen.

Lean in de zorg

Lean in de zorg is een manier van denken en werken die gericht is op het verminderen van verspillingen en het verbeteren van de kwaliteit en veiligheid van de zorg. Het doel van lean is om processen efficiënter te maken en de patiënt centraal te stellen in alles wat er gebeurt.

Het lean-principe werd oorspronkelijk ontwikkeld door Toyota en later toegepast op andere sectoren, waaronder de zorg. In de zorg gaat lean niet alleen over het verminderen van verspillingen van tijd en middelen, maar ook over het verbeteren van de patiëntervaring en het verhogen van de betrokkenheid van zorgverleners.

Enkele belangrijke aspecten van lean in de zorg zijn het identificeren van waarde vanuit het perspectief van de patiënt, het analyseren en verbeteren van processen, het stimuleren van continue verbetering en het betrekken van medewerkers bij het verbeterproces. Het implementeren van lean in de zorg kan helpen om de zorgkwaliteit te verbeteren, de veiligheid te verhogen en kosten te besparen.

De praktijk (voorbeeld 1)

Een manier om te werken aan verbeteren is door middel van de veelgebruikte Plan-Do-Study-Act methode. Zo kun je stapsgewijs jezelf en je werk te verbeteren. (Deze methode is door Deming in 1986 ontwikkeld als PDCA-cyclus en in 1993 door hem aangepast naar PDSA-cyclus)

1. Plan

Wát wil je verbeteren? Stel hiervoor een helder en haalbaar doel. Bedenk goed voor jezelf hoe je het doel gaat bereiken, en wanneer je dit doel bereikt wilt hebben.

Voorbeelden

Je hebt gemerkt dat je collega’s jouw rapportage in het cliëntdossier niet altijd begrijpen. Dit wil je veranderen. Je doel kan zijn dat je binnen twee weken duidelijk wil hebben waar dat aan ligt. Of je hoort terug van de dochter van een cliënt dat haar moeder altijd hogere bloedglucosewaarden heeft wanneer jij prikt. Je vraagt je af hoe dat komt. Je doel kan zijn dat je binnen een week wil weten of jij het meten van een bloedglucosewaarde op de juiste manier uitvoert.

2. Do

In deze stap ga je aan de slag zodat je de doelen die je gesteld hebt ook bereikt. Afhankelijk van je doel onderneem je actie. Acties kunnen zijn:

Volg een training of bijscholing

Doe kennis op in een bijscholing of door e-learning. Leer een handeling in een training, oefen in het skillslab en door toetsing in de praktijk. Leren in theorie en in praktijk zijn beide belangrijk om nieuwe kennis je eigen te maken of om in te kunnen spelen op veranderingen. Organiseer een klinische les en nodig bijvoorbeeld een gastspreker uit.

Houd ontwikkelingen in je vak bij

Zorg dat je op de hoogte bent van ontwikkelingen in je vak. Wat je geleerd hebt in je opleiding kan veranderen. Je hebt bijvoorbeeld geleerd om cliënten te wassen met water. Een nieuwe ontwikkeling is verzorgend wassen, wassen zonder water.

Oefen handelingen met je collega’s

Oefenen kan je helpen om bepaalde handelingen en technieken onder de knie te krijgen. Door samen met je collega’s te oefenen, kun je feedback krijgen in hoe je het doet en wat verbeterd moet worden. Je kunt ook de handeling of techniek bij de cliënt uitvoeren en tips aan de cliënt te vragen.

Deel kennis met collega’s

Een lastige situatie met een cliënt kun je met collega’s of in een teamoverleg bespreken om hiervan te leren. Collega’s kunnen je advies geven en je op nieuwe ideeën brengen en andersom.

Tot slot: werk samen met je collega’s. Betrek anderen wanneer je een verbeterproces in gang zet of werk samen wanneer je collega hetzelfde doel heeft. Laat je collega’s weten dat je bezig bent jezelf en je werk te verbeteren. Je collega’s kunnen je motiveren, ondersteunen, en ook van jou leren.

3. Study or Check

Het is zinvol om op vaste momenten stil te staan bij de doelen die je gesteld hebt. Hoe staat het met je doelen, heb je al acties ondernomen, heb je al doelen behaald? Is de aanpak die je bedacht had de juiste of zijn andere acties nodig om je doel te behalen? Is het tijdstip waarop je het doel dacht te bereiken haalbaar of moet je het bijstellen?

4. Act

Nadat je stil hebt gestaan bij het doel dat je jezelf gesteld hebt, eventueel je doel en/of acties hebt aangepast, ga je weer verder. Wanneer je het doel behaald hebt, kies je een nieuw doel. De Plan-Do-Study-Act methode begint weer van voor af aan.

De praktijk (voorbeeld 2)

Hierbij een algemeen overzicht van hoe de PDCA-cyclus werkt in de zorg:

  1. Plan: in deze fase identificeert het zorgteam het probleem dat moet worden aangepakt en stelt een plan op om het probleem op te lossen. Het plan moet duidelijke doelstellingen en meetbare doelen bevatten, evenals de verantwoordelijkheden van elk teamlid.
  2. Do: in deze fase voert het zorgteam het plan uit, waarbij het zich houdt aan de vastgestelde procedures en verantwoordelijkheden. Het team moet gegevens verzamelen en bijhouden om te bepalen of het plan werkt zoals bedoeld.
  3. Check: in deze fase analyseert het zorgteam de gegevens die tijdens de ‘Do’-fase zijn verzameld om te bepalen of het plan werkt zoals bedoeld. Het team moet bepalen of de gegevens consistent zijn met de doelstellingen en doelen die in de ‘Plan’-fase zijn gesteld.
  4. Act: in deze fase past het zorgteam het plan aan op basis van de bevindingen uit de ‘Check’-fase. Als het plan werkt zoals bedoeld, kan het team het plan handhaven en de resultaten blijven monitoren. Als het plan niet werkt, moet het team de oorzaken van de problemen bepalen en het plan opnieuw opstellen.

De PDCA-cyclus kan herhaald worden om verdere verbeteringen in de zorg te bewerkstelligen. Door het proces continu te herhalen, kan het zorgteam de kwaliteit van de zorg blijven verbeteren en ervoor zorgen dat patiënten de best mogelijke zorg krijgen.